
Dat Ludwig van Beethoven wel van een drankje hield is algemeen bekend. Toch was alcohol niet de enige oorzaak dat de componist overleed aan leverfalen. De muziekgenie had ook een aangeboren aanleg voor leverziekte, onthullen zijn beroemde haarlokken nu.
Beethoven overleed bijna tweehonderd jaar geleden op 56-jarige leeftijd in Wenen. Sindsdien proberen mensen meer te weten te komen over de doodsoorzaak, zijn chronische darmproblemen en zijn doofheid.
Op zoek naar antwoorden analyseerden onderzoekers onder leiding van de College of Cambridge het DNA van de componist. Dat was verkregen uit enkele van zijn haren, die waren bewaard. Daaruit bleek dat Beethoven “een sterke genetische aanleg voor leverziekte” had.
Ook vonden de wetenschappers sporen van het hepatitis B-virus in zijn DNA. Die twee factoren én Beethovens langdurige alcoholgebruik leidden ertoe dat zijn lever ermee ophield, denken de onderzoekers.
DNA kan Beethovens doofheid niet verklaren
Voor Beethovens doofheid zijn geen genetische verklaringen gevonden. De Duitser begon in zijn twintiger jaren al aan gehoorverlies te lijden. Hij was stokdoof toen hij halverwege de veertig was.
Ook in de zoektocht naar de oorzaak van zijn maag- en darmklachten zijn geen afwijkingen gevonden in Beethovens DNA. Wel is het volgens de onderzoekers onwaarschijnlijk dat die te maken hadden met lactose-intolerantie of een overgevoeligheid voor gluten.
De studie is gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Cell Current Biology.