
De beroemde sterrenkundige Christiaan Huygens had waarschijnlijk een bril nodig. De Nederlandse natuurkundige (1629-1695) staat bekend om zijn verbeteringen aan de telescoop, maar zijn eigen zicht was niet zo greatest. Zijn nauwkeurigste berekeningen zaten er waarschijnlijk naast als gevolg van een lichte oogafwijking.
Huygens probeerde de beste telescoop te maken, maar werd daarin op latere leeftijd gehinderd doordat zijn eigen ogen slechter werden, schrijft de Duitse onderzoeker Alex Pietrow in The Royal Society Journal of the History of Science. Hij vermoedt dat Huygens’ oogafwijking diens berekeningen hebben beïnvloed.
“Waarschijnlijk had Huygens nog betere telescopen gemaakt als hij wist van zijn oogafwijking”, schrijft Pietrow, die aan het Duitse Leibniz Institut verbonden is en de telescopen van Huygens bestudeerde. Daarbij kwam hij tot andere berekeningen dan de Nederlander.
Die berekeningen laten zien dat Huygens mogelijk een afwijking van -1,5 had. De sterrenkundige had waarschijnlijk niet zo veel final van zijn oogafwijking dat hij ervan op de hoogte was. Meer mensen in zijn familie hadden slechte ogen.
Pietrow kon tot zijn ontdekking komen doordat een telescoop wordt scherpgesteld voor degene die erdoorheen kijkt. Het second waarop het beeld scherp wordt, verschilt per persoon. Huygens stelde voor zijn telescoop een formule voor zijn eigen perfecte beeld op. Pietrow deed hetzelfde en kwam tot een andere formule.
In de tijd van Huygens was het niet mogelijk om telescopen scherp te stellen met een knop aan de zijkant, zoals we nu doen. Huygens moest daardoor nieuwe lenzen blijven ontwerpen om het beste beeld te krijgen.