
De eerste sterrenstelsels in ons universum vormden zich veel eerder dan tot nu toe gedacht werd. Wetenschappers moeten daarom opnieuw bekijken hoe bijvoorbeeld onze eigen Melkweg zich vormde en ontwikkelde.
Wetenschappers hebben enorme sterrenstelsels ontdekt, die zo’n 500 tot 700 miljoen jaar na de oerknal al bestonden. In kosmische termen is dat razendsnel. De oerknal vond ongeveer 13,7 miljard jaar geleden plaats.
“De sterrenstelsels die we zagen, zijn gigantisch”, schrijven de wetenschappers in het wetenschappelijke tijdschrift Nature. “We hadden verwacht kleine babysterrenstelsels te zien, omdat ze nog niet veel tijd hadden gehad om te groeien. Maar sommige waren kort na het ontstaan van het universum al zo groot als onze eigen Melkweg, terwijl ze veel minder tijd hadden gehad om zich te ontwikkelen.”
Met de James Webb-telescoop kunnen sterrenkundigen het universum in infrarood bekijken. Op die manier kijken ze als het ware terug in de tijd, bijna tot het punt waarop het heelal ontstond. “We konden niet voorspellen wat we zouden zien. Maar wat we zagen stelt de astrofysica voor een groot probleem.”
Dat zulke grote sterrenstelsels zo vroeg al konden ontstaan, verandert bijna alles wat we dachten te weten over die stelsels. Wetenschappers moeten heroverwegen hoe sterrenstelsels ontstonden en zich ontwikkelden. Eerder dachten sterrenkundigen dat sterrenstelsels grote stofwolken waren die langzaam afkoelden.
“Dit is de eerste keer dat we zo ver terug in de tijd kunnen kijken. We moeten alles wat we zien met een open blik bekijken”, schrijven de wetenschappers.
