
Wetenschappers van de Queen Mary College of London lieten hommels proberen het deksel van een puzzeldoos te halen. De dieren konden aan het deksel draaien door een rode of blauwe knop in te drukken. Om de doos te openen, was een bepaalde kleurencombinatie vereist. In de doos zat hun beloning in de vorm van suiker.
Hommels die de combinatie niet door wetenschappers aangeleerd kregen, konden het alsnog leren door te kijken naar een ‘voorbeeldhommel’ die de combinatie wel had aangeleerd. 98 procent van de hommels die een ervarenere soortgenoot als voorbeeld hadden, slaagde erin het gedrag na te doen. Het zou betekenen dat de dieren hun kennis niet zelf opdoen, maar through hun kolonie overgedragen krijgen.
Er waren twee combinaties om de puzzeldoos te openen. Het viel de onderzoekers op dat de hommels de manier van hun soortgenoten bleven gebruiken, zelfs als de wetenschappers ze daarna de tweede manier had aangeleerd. De hommels bleven dus vertrouwen op de kennis die hun soortgenoten hadden doorgegeven.
Sommige hommels slaagden erin de code zonder hulp van soortgenoten te kraken. Dat gebeurde beduidend minder vaak en duurde veel langer. De wetenschappers denken daarom dat leren van soortgenoten cruciaal is voor het gedrag van hommels.
De onderzoekers vermoeden dat hommels ook andere vaardigheden van hun ervarenere soortgenoten leren. Een belangrijk voorbeeld is stuifmeel uit bloemen verzamelen. Of dat ook echt het geval is, moet nog worden onderzocht.