
De eerste moderne mensen in Nederland en de relaxation van West-Europa hadden een donkere huid en lichte ogen. Dat bevestigt een grote wetenschappelijke analyse van DNA van oermensen op ons continent.
Een groep van 125 internationale wetenschappers baseert zich op stukjes DNA die zijn gevonden in de botresten van 356 jagers en verzamelaars die tussen 35.000 en 5.000 jaar geleden rondtrokken door Europa. Daar zaten ook resten bij van mensen die in het huidige Nederland en voor de kust op de landmassa Doggerland woonden.
Helemaal nieuw is de conclusie niet. Zo toonde eerder onderzoek al aan dat de eerste moderne mensen op de landmassa Doggerland (dat nu onder de Noordzee ligt) een donkere huidskleur en lichte ogen gehad moesten hebben. Hetzelfde gold voor de voorouders van inwoners van het Verenigd Koninkrijk, toonde DNA-onderzoek in 2018 aan.
Wat dit onderzoek nieuw en bijzonder maakt, is de grote schaal waarop het is uitgevoerd. Volgens de betrokken wetenschappers gaat het om de grootste DNA-dataset van jagers en verzamelaars ooit. De bevindingen zijn gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Nature.
West-Europeaan werd langzaam wit door opkomst landbouw
De moderne mens (homo sapiens) is zo’n 300.000 jaar geleden ontstaan in Afrika en verspreidde zich vervolgens over de hele wereld. Minstens 45.000 jaar geleden bereikten de mensen Europa.
Tussen 14.000 en 8.000 jaar geleden begon de huidskleur van oermensen in West-Europa langzaam lichter te kleuren. Dat hing samen met de opkomst van landbouw. Mensen aten daardoor minder vis. De theorie is dat het daardoor ontstane vitamine D-tekort werd gecompenseerd met een lichtere huid. Die zorgt voor een betere aanmaak van vitamine D door de zon.
Door de komst van mensen met een lichte huidskleur uit Oost-Europa en Turkije werd de mens in West-Europa uiteindelijk steeds witter.